Dakpanklassen

In de zevende klas (brugklas) werken wij met dakpanklassen. De klassen zijn ingedeeld in: mavo/havo – havo/vwo – enkelvoudig vwo. In de dakpanklassen wordt gedifferentieerd lesgegeven en krijg je de mogelijkheid om je breder te ontwikkelen. Aan het einde van klas acht (tweede leerjaar) voor mavo/havo en einde van klas negen (derde leerjaar) wordt bepaald welke examenstroom  bij je past; mavo, havo of vwo. De mogelijkheid bestaat dat in het schooljaar 2024/2025 besloten wordt dat er een wijziging komt in de hierboven beschreven dakpanconstructie van de middenbouw. Deze wijziging zou van toepassing kunnen zijn op het schooljaar 2025/2026

Vaste klas en mentor

De mentor waar leerlingen in klas 7 mee starten, begeleidt de klas en de individuele leerlingen in ieder geval tot en met klas 8 en vaak tot en met klas 9. De mentor staat in deze schooljaren zeer dicht bij de klas. Om vertrouwen te scheppen en veiligheid te bieden geeft de mentor zoveel mogelijk lessen in zijn of haar eigen klas. Dat kan zijn in vaklessen, maar ook in het periodeonderwijs. Na klas 9 wisselt de mentor en krijgt hij of zij een meer coachende rol. Klassen blijven op een vrijeschool zo lang mogelijk in dezelfde samenstelling bij elkaar. De eerste jaren volgen leerlingen alle vakken met de eigen klas. Na de profielkeuze volgen zij de algemene periodes en de vakken Nederlands, Engels, gym, Vensteruur, Klassenuur en maatschappijleer nog met de eigen klas.

Periodeonderwijs

Op het GGCA werken wij met periodeonderwijs. Dit houdt in dat leerlingen de eerste uren van elke lesdag met dezelfde leraar of leraren aan een bepaald vak of onderwerp werken.  De vakken in het periodeonderwijs variëren van wiskunde tot sterrenkunde en van middeleeuwen tot het menselijk skelet. In het periodelessen werken leerlingen niet uit een leerboek. De leraar biedt de lesstof aan op een manier die past bij het onderwerp en de klas. Leerlingen verwerken de stof bijvoorbeeld in een eigen verslag (periodeschrift), een film, een poster of op elke andere denkbare manier – tot een toneelstuk aan toe.

.

Kunstvakken

Naast vakken als wiskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, Frans, Duits, Engels en Nederlands is er op het GGCA een breed aanbod van beeldende kunstvakken. Boetseren, hout- en metaalbewerken, schilderen, etsen, tekenen, smeden, grimeren, media en textiel behoren tot het vaste lessenpakket. Deze vakken hebben dezelfde waarde op het rapport als de andere vakken. In de eerste jaren ligt de nadruk op het ambachtelijke, waarbij leerlingen vaardigheden en kennis van de materialen leren. Later verschuift de focus naar expressie, waarbij de leerlingen hun creativiteit verder ontwikkelen.

Vrijeschoolleerplan

Vanuit de vrijeschoolpedagogiek vormen basis- en middelbaar onderwijs één ontwikkelingsweg: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Het vrijeschool basisonderwijs beslaat de kleuterklas tot en met klas 6. In het voortgezet onderwijs zoals we dat op het GGCA verzorgen, geven we vorm aan de middenbouw die bestaat uit klas 7 en klas 8 en de bovenbouw die bestaat uit klas 9, 10, 11 en 12. Op het GGCA borduren we voort op de ingezette doorlopende leerlijn van de onderbouw, maar zorgen we ook voor een goede aansluiting met het reguliere basisonderwijs. In de ontwikkeling van opgroeiende mensen worden door Rudolf Steiner verschillende fasen onderscheiden. Daar houden wij in ons onderwijs rekening mee met leerstof die past bij de thematiek van elk leerjaar.

Rapporten en getuigschriften

Naast rapporten en/of diploma krijgen leerlingen op het GGCA ook ieder jaar een getuigschrift. Dit is een persoonlijk document waarin aandacht is voor de persoonlijke en biografische ontwikkeling van de leerling. Gedurende het jaar kunnen leerlingen en ouders via Magister de resultaten van de leerlingen volgen. Op vier momenten in het jaar is er een Magisterpeiling, waarin gekeken wordt hoe de leerling ervoor staat.

Stages en werkweken

Leren doe je niet alleen in de klas. Onze leerlingen lopen in één (mavo), twee (havo) of drie (vwo) opeenvolgende jaren een stage van twee weken. Het doel is dat leerlingen inzicht verwerven in de verschillende sectoren binnen onze maatschappij door kennis te maken met de praktijk. Na afloop van hun stage houden ze een presentatie voor klasgenoten en ouders.

Naast de stages zijn er werkweken, gekoppeld aan jaarthema’s die weer gekoppeld zijn aan de levensfasen waarin de leerling zich bevindt. Er is in klas 7 een projectweek over voeding en landbouw. Klas 8 heeft een actieve week en klas 9 gaat op geologiereis. In klas 10 gaan de vwo-leerlingen zeilen, terwijl de leerlingen die examen mavo doen in dat jaar een kunstreis maken.